Monts d’Arrée

Monts d'Arrée in Finistère Bretagne

Kaart van de Finistère met de locatie van de Monts d’Arrée door Eric Gaba (Sting)

De Monts d’Arrée (in het Bretons: Menez Are), gelegen in het hart van Finistère, behoren tot de meest karakteristieke en mysterieuze landschappen van Bretagne. Deze bergketen maakt deel uit van het Armoricaans massief en vormt de grens tussen de bisdommen Cornouaille en Léon. Tevens zorgt  het voor een waterscheiding tussen de rivieren die naar het Kanaal stromen en de rivieren die naar de Atlantische Oceaan stromen.

De toppen van de Monts d’Arrée vormen, ondanks hun geringe hoogte, een echt berglandschap. De hoogste berg is de Roc’h Ruz met een hoogte van 385 meter. Menez Kador of Menez Gador (‘kador’ is ’troon’ in het Bretons) is lang beschouwd als hoogste punt van de Monts d’Arrée (ook 385 meter), maar recente opmetingen voor het kadaster en de GPS werd toch Roc’h Ruz als hoogste aangewezen. Deze toppen worden op de voet gevolgd door Roc’h Trevezel (383 meter) en de Mont Saint-Michel de Brasparts (381 meter).

De Monts d’Arrée vormen een onderdeel van het parc naturel régional d’Armorique dat werd opgericht in 1969.

Ankou

Ankou in Ploumilliau door Tilly antoine

De Monts d’Arrée, met hun heide-, veen- en rotsachtige vegetatie, hebben de bewoners altijd gefascineerd en zijn de bron van vele Bretonse legendes. Er wordt gezegd dat deze woeste streken de thuishaven is van Ankou, de dood in de Bretonse mythologie, die ronddwaalde in de mist van de veenmoerassen van Yeun Elez, een moeras dat wordt beschouwd als de poort tot de Keltische onderwereld. Of wat te denken van de plaats ‘Enfer’ in gemeente Le Cloître-Saint-Thégonnec.? Of Pen ar Prajou (“einde van de weilanden”) in de gemeente Plounéour-Ménez.

Ankou Ploumilliau

Vegetatie
Bruyère en fleurs dans les Monts d'Arrée

Bruyère en fleurs dans les Monts d’Arrée door Moreau.henri

Uit pollenanalyses blijkt dat het grootste deel van de Arrée rond 6000 tot 7000 v.Chr. bedekt was met een vochtig gematigd oceanisch bos dat voornamelijk bestond uit eiken, iepen, essen en hazelaars. De Atlantische heide had je destijds alleen op de bergruggen, waar de wind er vat op had. Tot het begin van de Bronstijd was er slechts sporadisch bewoning. Tijdens de Bronstijd leidden verspreide menselijke activiteit en enige zwerflandbouw tot ontbossing die zich vooral in de IJzertijd voortzette. Hierdoor verdween door erosie en uitspoeling de boshumus van hellingen en bleef er arme grond over. De heidevelden konden zich toen uitbreiden. Deze velden bestaand vooral uit heide, brem en gaspeldoorn.

In de middeleeuwen was er een toenemende ontginning van het land, voornamelijk door kappen en afbranden. Door de behoefte aan hout verdween ook het oorspronkelijke bos van Arrée en ontstond het huidige heggenlandschap.

Ook zijn er naast de heidevelden en landbouwgebieden veenmoerassen, uiteraard in de natte lage delen, waarvan de belangrijkste die van Yeun Elez is. Maar er zijn ook talrijke veenmoerassen op bergruggen. Turf werd door de bewoners van de streek lange tijd gebruikt als verwarmingsmiddel.

Vanwege de Atlantische ligging van de veenmoerassen hebben ze een specifieke vegetatie. Zo is bijvoorbeeld de gaspeldoorn van Le Gall, die de heidevelden van de Monts d’Arrée domineert, alleen in het westen algemeen. Specifiek voor dit het Pylaie-veenmos, waarin ook de zeer zeldzame veenmosorchis (Hammarbya paludosa, synoniem: Malaxis paludosa) voorkomt.  

Branden

Incendie dans les monts d’Arrée le 18 juillet 2022 door Thesupermat

De Monts d’Arrée vormen een kwetsbare omgeving, die vooral wordt bedreigd door branden. In de zomer van 1976 werd 5.000 ha heidevelden verwoest op de Tuchen Kador en de Roc’h du Mougau. In juni 1996 verbrandde 900 ha tussen de Yeun Elez en Mont Saint-Michel de Brasparts. In mei 2010 verbrandde 500 ha tussen Botmeur en Commana en raakten twee brandweerlieden gewond. Tussen 18 en 20 juli 2022 is meer dan 1.700 hectare verwoest rond Mont Saint-Michel de Brasparts.

Na de branden van de zomer van 2022 heeft het departement Finistère een herstelplan gelanceerd voor de Monts d’Arrée.

Incendie dans les monts d'Arrée le 18 juillet 2022

Fauna
Elona quimperiana - Quimper slak

Elona quimperiana sur une souche door Jymm

De fauna van de Monts d’Arrée omvat verschillende endemische, zeldzame of beschermde soorten, zoals de grote hoefijzerneusvleermuis, de wulp, de boomvalk, de blauwe kiekendief, de grauwe kiekendief, de hermelijn, de slangenarend en de slak van Quimper. De Europese nerts is er sinds de jaren zeventig niet meer gezien.

De Europese bever (Castor fiber) was in Bretagne al eeuwenlang van het toneel was verdwenen. De soort werd in 1968 opnieuw geïntroduceerd. Dit waren tien Rhône-bevers die met steun van het regionale natuurpark Armorique zijn vrijgelaten tussen de twee dammen van Ellez . In 2009 leefden deze bevers stroomopwaarts van de Rusquec tot op 25 km van de oorspronkelijke locatie.

Wolven waren aanwezig tot het einde van de 19e eeuw, toen de laatste exemplaren in de regio werden gedood. Om wolven op afstand te houden zongen en dansten in vroeger tijden de herders van de Monts d’Arrée en de Montagnes Noires Dañs ar Bleiz (“Dans van de wolf”), een lied begeleid door een ritmisch geklik van hoeven op een platte steen.
Er wordt gezegd dat er in 2022 minstens één wolf is teruggekeerd naar de regio tussen Berrien en Lannéanou. Misschien kunnen de inwoners binnenkort een oude traditie weer oppakken.