Kerkenronde 1: Guerlesquin, Trémel, Lanvellec en Plouzélambre

Dit is het eerste deel van een lange kerkenronde. Het tweede deel vind je hier.

Guerlesquin

  • Croix de Saint-Ener. Op dit kruis is aan de oostkant Christus afgebeeld en aan de westkant de maagd Maria. Op de sokkel staat de datum 1312.
  • Menhir de Kerhellou (of Kerellou). De menhir is 6 meter hoog en wordt ook wel Kegel ar Wrac’h Goz of Kegel ar Mam Goz genoemd, dat wil zeggen “de spinrok van de oude heks” of “de spinrok van de oude moeder”.
  • L’église St Ténénan de Guerlesquin. De westelijke poort en de klokkentoren dateren uit 1520. De rest van de kerk werd herbouwd in 1858-1859.
  • La Chapelle Saint-Tremeur. Zie hieronder.

La Chapelle Saint-Tremeur de Guerlesquin
La Chapelle Saint-Tremeur  a Guerlesquin

Moreau.henri, CC BY-SA 3.0 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0, via Wikimedia Commons

De kapel Saint-Tremeur ligt in het hart van een beboste vallei. Oorspronkelijk stamt de kapel uit de 13e eeuw, maar werd door de eeuwen heen steeds weer beschadigd en vernietigd. Evenzoveel keren werd de kapel weer  herbouwd en gerestaureerd. De laatste keer was in 1996, waarbij gebruik is gemaakt van de oorspronkelijke materialen, die weer werden opgegraven.

De sleutel van de kerk is in de zomer (juli en augustus) op te halen bij de VVV, daarbuiten bij het gemeentehuis van Guerlesquin.

Bijzonder zijn de twee bronnen die grenzen aan de kapel, waarvan één monumentale. Sinds onheuglijke tijden is hier een van de belangrijkste bronnen van de Yar te vinden, al in gebruik bij de druïden. Volgens de legende woonde er in het begin een oude heks, die om haar plek te beschermen deze met een muur wilde omringen. Ze kreeg daarvoor een nacht de tijd, tot de haan zou kraaien. Zij werkte er hard aan, maar er was nog een grote steen nodig voor de poort.  Er lag er een bij Kerellou en ze ging op weg om die op te halen. Maar daar aangekomen kraaide de haan. Van woede gooide ze de steen daarop in de grond. Die steen staat er nog steeds.
De restanten van de muur, uit de tijd van de megalieten, zijn nog steeds in de omtrek te vinden, verspreid over een gebied van 6 hectares.

Trémel

  • Chapelle Saint-Maurice (Trémel): De oorspronkelijke kapel dateerde waarschijnlijk uit 16e eeuw, maar zij werd in het begin van de 20e eeuw herbouwd.
  • Chapelle Saint-Nicolas – Plufur. Zie hieronder.
  • L’église Notre-Dame-de-la-Merci. Deze kerk is gebouwd aan het begin van de vijftiende eeuw. De glas-in-loodramen zijn origineel. Samen met Saint-Nicolas de Plufur en Notre-Dame de Trédrez is dit een van de 3 kerken die de twee belangrijkste kenmerken van de Beaumanoir-stijl hebben behouden: de klokkentoren en het afgevlakte chevet.
    De kerk werd op 21 juni 2016 door brand verwoest. Daarbij ging de Maagd en het Kind van Trémel verloren, evenals de reeks van veertien kruiswegstaties van Xavier de Langlais, daterend uit 1935. Slechts enkele schatten ontsnapten aan de vlammen: de polychrome houten apostelen en de Maagd en het Kind, ook bekend als Onze-Lieve-Vrouw van het Portaal.
  • Menhir de Kerguiniou. De imposante Menhir de Kerguiniou, ook wel Menhir de la Salle genoemd, is 5,30m hoog en ligt geïsoleerd tussen Kerguiniou en Ty Coz op een helling in een veld, genaamd ‘Mezou Men Bras’ (hier grote steen) en is niet vrij toegankelijk. Om er te komen moet je door een koeienwei en langs gebouwen.
    Vijftien meter verderop naar het noordwesten liggen grote platen op de grond. Zij zijn mogelijk dekplaten geweest van een ‘allée couverte’. Maar dat is een hypothese.

Chapelle Saint-Nicolas – Plufur

De bouw van de kapel begon in 1488 en werd voltooid in 1499. Zij is als een der eerste gebouwd in de flamboyante Beaumanoir-stijl en zij wordt daarom gezien als een prototype van deze stijl. Deze stijl vond vooral haar toepassing in noordwest Bretagne (Léon en Trégor). Bovendien is Chapelle Saint-Nicolas de Plufur het best van alle kerken in de Beaumanoir-stijl bewaard gebleven.

Chapelle Saint-Nicolas - Plufur

Chapelle Saint-Nicolas de Plufur – 2” by Crepi22 is licensed under CC BY-SA 3.0.

De twee belangrijkste kenmerken van de Beaumoir-stijl zijn:

  1. De klokkentoren is rank en slank door een vernieuwde manier van bouwen.
  2. Het chevet (afsluiting van het koor) is afgevlakt en niet rond zoals bij de meeste kerken.

Bij de kapel Saint-Nicolas de Plufur bestaat het chevet uit drie vlakken met in elk vlak een glas-in-lood ramen.

De kapel is te voet bereikbaar vanaf het dorp Keroue door een pad dat afdaalt naar de rivier de Yar en loopt langs de kapel. Of, ook te voet vanuit het dorp Kerzenan, gelegen in de gemeente Trémel.
De kapel is op aanvraag geopend. Neem contact op met het stadhuis van Plufur om een afspraak te maken. Telefoonnummer 02 96 35 10 53.

Lanvellec

Plouzélambre

Plaats een reactie