Anna, moeder van Maria

Nergens is er zoveel aandacht voor Anna, Hannah of Sint Anna, de moeder van Maria en dus grootmoeder van Jezus als in Bretagne. Anna wordt dan ook beschouwd als de vrouwelijke patroonheilige van Bretagne. De mannelijke patroonheilige is St. Yves (voluit Yves Hélory de Kermartin of Yves de Tréguier,Sant Erwan in het Bretons, Ivo in het Nederlands).
Op veel plaatsen komen we Anna tegen in de vorm van een enkelvoudig beeld, maar vaak ook met Maria en Jezus (de zogenaamde Anna te Drieën), maar soms ook met de hele heilige familie. Twee plaatsen springen er uit, want dat zijn bedevaartsplaatsen ter ere van Anna. De belangrijkste is Saint-Anne d’Auray, want op deze plaats vond in de 17e eeuw de enige door de Kerk erkende verschijning van Anna plaats. De tweede is Sainte-Anne-la-Palud.

Het verhaal van Anna

Proto-evangelie van Jakobus
Anna komt als moeder van Maria in de Bijbel niet voor. De oudst bekende vermelding van Anna is in het Proto-evangelie van Jakobus (het voor-of oer-evangelie van Jacobus), een apocrief van het Nieuwe Testament uit de 2e eeuw. Dit apocrief is de eerste bron, waar latere geschriften op verder borduurden. De bekendste zijn het ‘Arabische evangelie van Jezus’ jeugd’ (5e eeuw) en het ‘Pseudo-evangelie van Mattheüs’ (6e eeuw of nog later). De vermelding in de Koran gaat waarschijnlijk terug op het ‘Arabische evangelie van Jezus’ jeugd’, want Mohammed kende deze verhalen.

Presentation of the Virgin in the Temple - Russian 1598

Presentation of the Virgin in the Temple – Russian 1598 door Walters Art Museum.

Het begin van het Proto-evangelie van Jakobus, de geboorte van Maria, toont verwantschap met die van Johannes de Doper. Anna en Joachim, een zeer rijke man, zijn al op gevorderde leeftijd en zijn bedroefd en klagen dat zij geen kinderen hebben. Maar engelen kondigen dan de geboorte van een kind aan, Maria. Als driejarige wordt Maria, net zoals de profeet Samuel, naar de tempel gebracht en zonder om te kijken gaat zij de treden van het tempelaltaar op, waar zij de rest van haar jeugd doorbrengt en gevoed wordt door engelen.

Anna komt dan verder niet meer voor in dit Proto-evangelie van Jakobus. Het gaat met name over Maria. Het is ook het oudst bekende werk waarin wordt aangenomen dat Maria voor altijd maagd is gebleven, dus niet alleen tot de conceptie en geboorte van Jezus, maar ook daarna.
Hoewel uitgesloten van de canon van de Bijbal, was het Proto-evangelie van Jacobus zeer populair in de vroege Kerk, aangezien er meer dan 130 oude kopieën zijn ontdekt. Het werk werd al in 405 veroordeeld door Paus Innocentius I en rond 500 verworpen met het Decretum Gelasianum. Toch werkte de invloed door. In de oosterse kerken genoot Sint-Anna (“Hannah”) al in de zesde eeuw verering als heilige. In de Rooms-katholieke kerk was dit pas vanaf de twaalfde eeuw.

Anna te Drieën
In latere eeuwen is de legende verder uitgebreid. Niet alleen Jozef, maar ook Maria zou afstammen van koning David: zowel van vaders als van moeders kant is Jezus van koninklijken bloede. Dat is in later tijden iconografisch uitgebeeld in de boom van Jesse.
In de dertiende eeuw komt het verhaal op van de drie huwelijken van Anna. Zij zou twee keer weduwe zijn geworden. Ze hertrouwde telkens, eerst met Alfeüs, daarna met Zebedeüs. Uit elk huwelijk werd een dochter geboren, na Maria, de moeder van Jezus, ook Maria van Kleopas en Maria van Salomé. Op die manier ontstond de uitgebreide familie van Anna, de Heilige Maagschap, in de middeleeuwen een geliefd thema in de beeldende kunst.

Sainte Anne, la Vierge et le petit Jésus. Bas-côté nord de l’église Saint-Philibert, Trégunc, Finistère door Yann Gwilhoù

De verering van Sint-Anna bereikt zijn hoogtepunt in de vijftiende en zestiende eeuw. In die tijd ontstaat een specifieke manier van afbeelden van Anna met Maria en Jezus, de Anna te Drieën. Daarbij wordt Anna aanvankelijk meestal uitgebeeld als oudere vrouw, die op haar arm een jongere vrouw (Maria) draagt, die op haar beurt een klein kind (Jezus) vasthoudt. Later staat Anna achter een zittende Madonna met kind. Rond 1600 worden Maria en Anna dikwijls afgebeeld op een bank, terwijl Jezus als klein kind tussen hen in staat. Anna heeft dan soms een boek of vrucht in haar hand. Veel van deze beelden zijn bewaard gebleven en te vinden in musea, kerken en kapellen.

sainte Anne, la Vierge et le petit Jésus. Bas-côté nord de l'église Saint-Philibert, Trégunc, Finistère

Hoe heel anders is de Bretonse versie van het leven van Anna en de geboorte van Maria.

Bretonse legende
Anna was getrouwd met een slechte en jaloerse heer die een hekel had aan kinderen en er geen wilde. Toen hij op een nacht begreep dat Anna zwanger was, mishandelde hij haar en joeg haar weg. De arme vrouw verliet het kasteel van Moëllien en zette koers naar de zee, waar ze een licht zag. Het was een boot bestuurd door een engel. Ze ging aan boord, zeilde een lange, lange tijd en landde uiteindelijk in Judea, waar ze Maria ter wereld bracht.
Op dezelfde manier keerde ze weer terug naar Armorica en werd daar met vreugde ontvangen. Zij had namelijk het vermogen de elementen te beheersen en zieken te genezen. Jaren en jaren na haar terugkeer werd ze bezocht door haar kleinzoon, Jezus. Die haar kwam vragen om haar zegen voordat hij het evangelie begon te prediken. Jezus liet op verzoek van zijn grootmoeder een bron ontspringen, vlakbij de kerk die een bedevaartsoord moest worden voor de ziek, zwak en misselijken. Toen Anna stierf, zochten mensen overal naar haar stoffelijk overschot, maar tevergeefs. Pas vele jaren later werd het lichaam gevonden, drijvend in de golven en bedekt met coquilles (Sint-Jacobsschelpen). (Volgens de vertelling van Gustave Geffroy, 1903)

Vanwege deze legende heeft Sint Anna de bijnaam “Mamm gozh ar Vretoned” (de “grootmoeder van de Bretons”) en wordt ze in Bretagne vereerd. Er is nog een ander beroemd bedevaartsoord in Bretagne: Sainte-Anne-d’Auray, waar een andere, aanvullende legende over dezelfde Anna wordt verteld.

Historisch?
Historische bevestiging van beide verhalen over Anna is er niet. Er is ook wel wat op af te dingen. Zo is het de vraag of er überhaupt tempelmaagden in de tempel van Jeruzalem waren. Er wordt nergens melding van gemaakt, al zijn er wel passages te vinden die vertellen dat maagden de tempelvoorhangsels maakten en repareerden.
Kern van de verhalen is dat de conceptie en geboorte van Maria met mysteries is omgeven. En dat het christendom in Bretagne zich geestverwant voelt met de vrouwelijke lijn.